Super User

Super User

maandag, 30 november 2015 01:00

cookiebeleid

Inleiding

Websites gebruiken slimme en nuttige technieken voor het verbeteren van de gebruikersvriendelijkheid en om de Site zo interessant mogelijk te maken voor elke bezoeker. Een van de meest bekende technieken betreft cookies. Cookies kunnen worden gebruikt door website-eigenaren of derden – zoals adverteerders – die communiceren via de website die u bezoekt.

Het gebruiken van cookies is veilig. Het is onmogelijk om door het gebruiken van cookies persoonlijke informatie te traceren zoals telefoonnummers of e-mailadressen. Ze zijn dus ongeschikt voor direct-marketingtechnieken zoals telemarketing en spam.

Wij achten het van essentieel belang dat u wordt geïnformeerd over de cookies waar onze website gebruik van maakt en voor welk doel ze worden gebruikt. Het doel is drieledig: we willen zo goed we kunnen uw privacy, de gebruikersvriendelijkheid en de financiering van onze website garanderen. In de onderstaande uitleg leest u meer over de cookies die op en via onze website worden gebruikt en voor welk doel ze worden gebruikt.

Cookies die zorgen dat de website op de juiste wijze kan functioneren

Onze website gebruikt cookies voor:

Het opslaan van instellingen voor bijvoorbeeld de best mogelijke videoreproductie, de gewenste buffergrootte en de resolutiegegevens van uw beeldschermHet lezen van de instellingen van uw browser, zodat uw scherm onze website op de best mogelijke wijze weergeeftHet bieden van de mogelijkheid om op onze website te reageren

Cookies door middel waarvan we het gebruik van de website kunnen meten

We gebruiken cookies van Google Analytics om voortdurend te proberen te meten hoeveel mensen onze website bezoeken en welke gedeelten van de website ze het meest bezoeken. Dit vertelt ons welke onderdelen van de website de meeste aandacht van onze bezoekers krijgen.

De informatie die op die manier wordt verzameld, wordt gebruikt voor statistische gegevens. Deze statistische gegevens geven ons inzicht in hoe vaak onze internetpagina wordt bezocht, waar precies bezoekers hun meeste tijd aan besteden, etc. Hierdoor kunnen we de structuur, de navigatie en de inhoud van de website zo gebruikervriendelijk mogelijk voor u maken. We zullen nooit statistische gegevens aan individuele personen koppelen.

We gebruiken cookies om:

Het aantal bezoekers aan onze internetpagina's te registreren. De tijd te registreren die elke bezoeker besteedt aan het bezoeken van onze internetpagina's. De volgorde te bepalen waarin een bezoeker de verschillende pagina's van onze website bezoekt. Te beoordelen welke gedeelten van onze site moeten worden aangepast. De website te optimaliseren

Cookies om de Inhoud van onze website te delen via sociale media

Door gebruik te maken van knoppen kunt u de artikelen en video's die u bekijkt op onze website delen via sociale media. Deze knoppen worden bestuurd door cookies van sociale media die worden geïnstalleerd door de sociale media, zodat deze partijen kunnen herkennen wanneer u artikelen en video's wilt delen.

Deze cookies:

Stellen ingelogde gebruikers van geselecteerde sociale media in staat om direct content te delen die op onze website beschikbaar is

Met betrekking tot de cookies die de sociale media installeren en gegevens die deze partijen daarbij verzamelen, verwijzen we u naar de verklaringen die deze partijen op hun eigen website hebben gepubliceerd. Houd er rekening mee dat deze verklaringen regelmatig kunnen wijzigen. Gratisvaarbewijs heeft daarop geen invloed.

Overige/onvoorziene cookies

Gezien de manier waarop internet en websites werken, hebben we niet altijd inzicht in de cookies die door derden via onze website worden geplaatst. Dit geldt met name voor gevallen waarin onze internetpagina zogenaamde ingebedde elementen bevat. Dat zijn teksten, documenten, afbeeldingen of filmpjes die bij een andere partij worden opgeslagen maar op, in of via onze website te zien zijn.

Daarom vragen wij u om ons te waarschuwen indien u op deze website dergelijke cookies mocht tegenkomen die we hierboven niet hebben genoemd. U kunt ook contact opnemen met de desbetreffende andere partij en vragen welke cookies zij plaatsen, waarom ze dat doen, wat de levensduur van zo'n cookie is en hoe men uw privacy heeft gegarandeerd.

Browserinstellingen

Als u niet wilt dat websites cookies op uw computer plaatsen, kunt u uw browserinstellingen zodanig aanpassen dat u op de hoogte wordt gesteld voordat een cookie wordt geplaatst. U kunt op dezelfde manier de instellingen zodanig aanpassen dat uw browser alle cookies weigert of alleen die van derden. Op dezelfde manier kunt u cookies verwijderen die reeds zijn geplaatst. Houd er rekening mee dat u de instellingen voor elke browser en computer die u gebruikt afzonderlijk moet aanpassen.

Bedenk wel dat we, als u geen cookies wilt, niet meer kunnen garanderen dat onze website goed werkt. Sommige functies van de Site kunnen verloren gaan, en het is mogelijk dat u bepaalde websites niet meer kunt bekijken. Bovendien betekent het weigeren van cookies niet dat u geen reclame meer ziet. Het enige is dat de reclame dan niet meer wordt aangepast aan uw interesses en vaker wordt herhaald.

Elke browser heeft een andere methode voor het aanpassen van de instellingen. Raadpleeg indien nodig de "help"-functie van uw browser. Als u cookies van bepaalde partijen wilt uitschakelen, kunt u dat doen via www.youronlinechoices.eu

Gratisvaarbewijs.nl
Amsterdam, maart 2013

donderdag, 26 februari 2015 01:00

Praktische vragen en examen

 

Voor welke vaartuigen heb ik een vaarbewijs nodig?

Je bent verplicht een Klein vaarbewijs te hebben als je met een boot langer dan 15 meter vaart en/of die harder kan varen dan 20 km per uur. Deze verplichting geldt voor alle vaartuigen dus ook voor rubberboten met buitenboordmotor en waterscooters die harder dan 20 km per uur kunnen varen.

Welk vaarbewijs heb ik nodig?

Voor het varen op alle binnenwateren heb je een Klein vaarbewijs 2 nodig. Vaar je niet op de Oosterschelde, Westerschelde, de Waddenzee, de Eems-Dollard of op het IJsselmeer (incl. Markermeer en IJmeer) dan kan je volstaan met Klein vaarbewijs 1. Klein vaarbewijs 1 is dus voor meren, rivieren en kanalen en Klein vaarbewijs 2 is voor de grotere binnenwateren.

Is er een minimum of maximum leeftijd?

Het Klein vaarbewijs wordt uitgegeven aan personen vanaf 18 jaar. Je mag wel voor je 18 bent examen doen. Het Klein vaarbewijs is levenslang geldig. (Dat was vroeger tot je zeventigste)

Zijn er medische eisen?

Ja. Als je geslaagd bent voor je examen krijg je samen met het aanvraagformulier voor je vaarbewijs een formulier waarop je dient aan te geven of je voldoet aan de medische eisen. Als je niet alle vragen in het formulier met nee kan beantwoorden, dien je een schriftelijke verklaring van een atrs mee te sturen waarin duidelijk de aard en ernst van de aandoening wordt uitgelegd. Voor meer informatie over de medische eisen en een voorbeeld van het formulier: medische eisen

Examen Klein vaarbewijs I en/of II

Als je nog geen vaarbewijs hebt en alleen op de kleine binnenwateren wilt varen, doe je alleen het examen Klein vaarbewijs I. Als je al een Klein vaarbewijs 1 hebt en een Klein vaarbewijs 2 wilt, doe je het examen Klein vaarbewijs II. Als je nog geen vaarbewijs hebt en je wilt op alle binnenwateren varen, doe je de examens Klein vaarbewijs I en II. Je kan deze examens op dezelfde dag plannen.

Inschrijven en examen doen

Het examen Klein vaarbewijs wordt landelijk georganiseerd en afgenomen door de Vamex. Je kan je online inschrijven op een datum die jou uitkomt en het examen doen op een locatie die het dichtste bij jou in de buurt is. Je krijgt de uitslag van het examen direct.

Alle praktische informatie en inschrijven via deze link:inschrijven voor het examen

Succes!

 

donderdag, 26 februari 2015 01:00

Jouw cursus docent

 

Wamme van der Kuip"Het belangrijkste compliment dat je als docent vaarbewijs kan krijgen is dat je cursisten plezier hebben. Plezier maken en lekker bezig zijn met mensen te leren varen is waarom ik graag met dit vak bezig ben. Respect voor de schoonheid en de kracht van het water en respect voor andere watergebruikers, dat wil ik overdragen. Dat behoort tot de principe's van goed zeemanschap.
Als mijn cursisten hun examen hebben gehaald en zelf gaan varen, wil ik een steentje hebben bijgedragen aan de veilige vaart en aan het plezier in de watersport."

Tijdens het geven van de reguliere vaarbewijscursus in een lokaal, merkte ik altijd de behoeften van de cursisten enorm verschillend zijn. De een wil zo snel mogelijk alle informatie weten, examen doen, lekker gaan varen en nooit meer in het boekje hoeven kijken; een ander wil juist meer weten over de praktijk van het varen dan bij de examenstof hoort.
Met die verschillende behoeftes omgaan is makkelijker met een online cursus op maat. Onze klanten kunnen zelf bepalen wat ze willen weten. Daarbij kan je online ook veel beter (en goedkoper) inspelen op de verschillende leerstijlen van mensen door tekst, foto's, filmpjes en stap-voor-stap instructies tegelijk aan te bieden. Je kiest automatisch wat het beste bij jou past en het leren wordt daardoor leuker en dus makkelijker.

 

maandag, 24 november 2014 01:00

Cookie beleid

Deze site maakt gebruik van cookies. Dit is o.a. noodzakelijk voor de advertenties die worden vertoont en daarmee voor het in de lucht houden van een gratis te gebruiken cursus klein vaarbewijs 1. Gebruikers van de site gaan automatisch akkoord met de plaatsing van cookies. Lees hier ons cookie beleid.

Inleiding

Websites gebruiken slimme en nuttige technieken voor het verbeteren van de gebruikersvriendelijkheid en om de Site zo interessant mogelijk te maken voor elke bezoeker. Een van de meest bekende technieken betreft cookies. Cookies kunnen worden gebruikt door website-eigenaren of derden – zoals adverteerders – die communiceren via de website die u bezoekt.

Het gebruiken van cookies is veilig. Het is onmogelijk om door het gebruiken van cookies persoonlijke informatie te traceren zoals telefoonnummers of e-mailadressen. Ze zijn dus ongeschikt voor direct-marketingtechnieken zoals telemarketing en spam.

Wij achten het van essentieel belang dat u wordt geïnformeerd over de cookies waar onze website gebruik van maakt en voor welk doel ze worden gebruikt. Het doel is drieledig: we willen zo goed we kunnen uw privacy, de gebruikersvriendelijkheid en de financiering van onze website garanderen. In de onderstaande uitleg leest u meer over de cookies die op en via onze website worden gebruikt en voor welk doel ze worden gebruikt.

Cookies die zorgen dat de website op de juiste wijze kan functioneren

Onze website gebruikt cookies voor:

Het opslaan van instellingen voor bijvoorbeeld de best mogelijke videoreproductie, de gewenste buffergrootte en de resolutiegegevens van uw beeldscherm. Het lezen van de instellingen van uw browser, zodat uw scherm onze website op de best mogelijke wijze weergeeft. Het bieden van de mogelijkheid om op onze website te reageren.

Cookies waarmee we het gebruik van de website kunnen meten

We gebruiken cookies van Google Analytics om voortdurend te proberen te meten hoeveel mensen onze website bezoeken en welke gedeelten van de website ze het meest bezoeken. Dit vertelt ons welke onderdelen van de website de meeste aandacht van onze bezoekers krijgen.

De informatie die op die manier wordt verzameld, wordt gebruikt voor statistische gegevens. Deze statistische gegevens geven ons inzicht in hoe vaak onze internetpagina wordt bezocht, waar precies bezoekers hun meeste tijd aan besteden, etc. Hierdoor kunnen we de structuur, de navigatie en de inhoud van de website zo gebruikervriendelijk mogelijk voor u maken. We zullen nooit statistische gegevens aan individuele personen koppelen.

We gebruiken cookies om:

Het aantal bezoekers aan onze internetpagina's te registreren. De tijd te registreren die elke bezoeker besteedt aan het bezoeken van onze internetpagina's. De volgorde te bepalen waarin een bezoeker de verschillende pagina's van onze website bezoekt. Te beoordelen welke gedeelten van onze site moeten worden aangepast. De website te optimaliseren

Cookies om de Inhoud van onze website te delen via sociale media

Door gebruik te maken van knoppen kunt u de artikelen en video's die u bekijkt op onze website delen via sociale media. Deze knoppen worden bestuurd door cookies van sociale media die worden geïnstalleerd door de sociale media, zodat deze partijen kunnen herkennen wanneer u artikelen en video's wilt delen.

Deze cookies:

Stellen ingelogde gebruikers van geselecteerde sociale media in staat om direct content te delen die op onze website beschikbaar is. 

Met betrekking tot de cookies die de sociale media installeren en gegevens die deze partijen daarbij verzamelen, verwijzen we u naar de verklaringen die deze partijen op hun eigen website hebben gepubliceerd. Houd er rekening mee dat deze verklaringen regelmatig kunnen wijzigen. Gratisvaarbewijs heeft daarop geen invloed.

Overige/onvoorziene cookies

Gezien de manier waarop internet en websites werken, hebben we niet altijd inzicht in de cookies die door derden via onze website worden geplaatst. Dit geldt met name voor gevallen waarin onze internetpagina zogenaamde ingebedde elementen bevat. Dat zijn teksten, documenten, afbeeldingen of filmpjes die bij een andere partij worden opgeslagen maar op, in of via onze website te zien zijn.

Daarom vragen wij u om ons te waarschuwen indien u op deze website dergelijke cookies mocht tegenkomen die we hierboven niet hebben genoemd. U kunt ook contact opnemen met de desbetreffende andere partij en vragen welke cookies zij plaatsen, waarom ze dat doen, wat de levensduur van zo'n cookie is en hoe men uw privacy heeft gegarandeerd.

Browserinstellingen

Als u niet wilt dat websites cookies op uw computer plaatsen, kunt u uw browserinstellingen zodanig aanpassen dat u op de hoogte wordt gesteld voordat een cookie wordt geplaatst. U kunt op dezelfde manier de instellingen zodanig aanpassen dat uw browser alle cookies weigert of alleen die van derden. Op dezelfde manier kunt u cookies verwijderen die reeds zijn geplaatst. Houd er rekening mee dat u de instellingen voor elke browser en computer die u gebruikt afzonderlijk moet aanpassen.

Bedenk wel dat we, als u geen cookies wilt, niet meer kunnen garanderen dat onze website goed werkt. Sommige functies van de site kunnen verloren gaan, en het is mogelijk dat u bepaalde websites niet meer kunt bekijken. Bovendien betekent het weigeren van cookies niet dat u geen reclame meer ziet. Het enige is dat de reclame dan niet meer wordt aangepast aan uw interesses en vaker wordt herhaald.

Elke browser heeft een andere methode voor het aanpassen van de instellingen. Raadpleeg indien nodig de "help"-functie van uw browser. Als u cookies van bepaalde partijen wilt uitschakelen, kunt u dat doen via www.youronlinechoices.eu

Gratisvaarbewijs.nl
Amsterdam, maart 2013

 

dinsdag, 15 april 2014 02:00

einde cursus klein vaarbewijs 1

 

Je bent aan het einde gekomen van de gratis cursus Klein vaarbewijs 1. Ik hoop dat je het nuttig, leerzaam en leuk hebt gevonden en wens je heel veel succes met het examen.

 

Als kleine tegenprestatie voor het volgen van een gratis cursus, zou ik het zeer op prijs stellen als je een testimonial zou schrijven die ik voor promotiedoeleinden kan gebruiken. Ook zijn alle suggesties om deze cursus te verbeteren van harte welkom!

Stuur daartoe een e-mail naar  
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft JavaScript nodig om het te kunnen zien. 

 

Tot op het water!

Wamme van der Kuip

 

 

dinsdag, 15 april 2014 02:00

lichten en dagmerken

navigatielichten

Om in het donker zichtbaar te zijn maken alle schepen gebruik van navigatielichten. Behalve voor het zichtbaar maken, helpen navigatielichten je om te bepalen van welke kant je een schip ziet en om welk soort schip het gaat. Het is makkelijk om de verlichting van vaarwegmarkering en navigatielichten uit elkaar te houden want vaarwegmarkering heeft verlichting die aan en uit gaat en navigatieverlichting is altijd aan. Hiernaast zie je een afbeelding van de basis navigatieverlichting, die bijna alle soorten schepen gebruiken. Laten we deze één voor één doornemen:

Boordlichten: Aan bakboord een rood licht en aan stuurboord een groen licht die van opzij en van voren zichtbaar zijn. In de afbeelding zie je dat geïllustreerd. Ezelsbrug om de rode en groene zijde te onthouden: rood boordlicht aan bakboord = aan de kant van je hart. De schijnhoek van één boordlicht is 112,5º. Toplicht: Een wit licht dat van opzij en van voren zichtbaar is. De schijnhoek (of sector) waaronder het toplicht zichtbaar is valt samen met de boordlichten. De schijnhoek van een toplicht is dan ook 225º. Het toplicht is altijd hoger geplaatst dan de boordlichten. Heklicht: Een wit licht dat van achteren zichtbaar is met een schijnhoek van 135º.

Als je een schip recht van voren ziet, zal je dus de beide boordlichten en het toplicht zien. Zie je een schip van recht opzij, zal je één boordlicht en het toplicht zien. Als je een schip recht van achteren ziet, zie je alleen het heklicht. De hoek waaronder de navigatielichten zichtbaar zijn overlappen een klein beetje. Daarom zie je beide boordlichten als je een schip recht van voren ziet (het schip komt recht op je af... opletten dus!) en als een schip je voorbij vaart, zal op een gegeven moment heel even zowel een van de boordlichten, het toplicht en het heklicht zichtbaar zijn.

In verband met de voorrangsregels is het belangrijk om te weten met welk soort schip je te maken hebt. Daarom hebben verschillende soorten schepen verschillende navigatieverlichting. Dat is vaak verlichting aanvullend op de basis navigatieverlichting. Deze aanvullende verlichting is soms niet van alle kanten zichtbaar en wordt in de afbeeldingen dan aangeduid met een vierkant. Vaak is de aanvullende verlichting wel van alle kanten zichtbaar (rondom zichtbaar) en wordt in de afbeeldingen dan aangeduid met een cirkel. Sommige vaartuigen hebben ook overdag een teken dat aangeeft welk soort vaartuig of situatie het betreft. Dat noemen we een dagmerk.

Kleine motorboten

kleine motorboot

Kleine motorboten (korter dan 20 meter) voeren boordlichten, toplicht en heklicht.

Om rekening te houden met de vele verschillende manieren waarop kleine motorboten worden opgebouwd, mogen de lampen (lantaarns) op verschillende manieren op de boot worden geplaatst. Het toplicht en heklicht mag worden gecombineerd in één lantaarn en de boordlichten mogen ook worden gecombineerd in één lantaarn op de voorpunt van de boot. Het toplicht van kleine motorboten mag lager en voor de boordlichten worden geplaatst.

Kleine zeilschepen

klein-zeilschip

Kleine zeilschepen (korter dan 20 meter) voeren boordlichten en heklicht. Let op: zeilschepen voeren geen toplicht.

Kleine schepen, korter dan 7 meter en door spierkracht voortbewogen schepen

schepen-kleiner-dan-7-meter

Kleine schepen, korter dan 7 meter en door spierkracht voortbewogen schepen voeren een rondom zichtbaar, wit licht. In de praktijk zie je deze navigatieverlichting op zeiljollen, roeiboten, kano's en sloepen.  Kleine motorboten korter dan 7 meter mogen deze verlichting alleen voeren als ze een maximale snelheid van 13 km/uur hebben. Als ze harder dan 13 km/uur kunnen voeren ze dezelfde lichten als kleine motorboten groter dan 7 meter. Een sloep met een krachtige motor moet dus al snel boordlichten, heklicht en toplicht voeren.

Grote motorschepen

groot-motorschip

Grote motorschepen voeren boordlichten, toplicht en heklicht. In principe dus dezelfde navigatieverlichting als kleine motorboten. Maar grote motorschepen mogen een tweede toplicht voeren (en doen dat ook vrijwel altijd) dat achter en hoger dan het voorste is geplaatst. Het voordeel van dit tweede toplicht is dat je kan inschatten welke richting het schip vaart.

Grote zeilschepen

groot-zeilschip

Grote zeilschepen (groter dan 20 meter) voeren boordlichten, heklicht en twee rondom zichtbare lichten boven elkaar, het bovenste rood en het onderste groen. Let op: ook grote zeilschepen voeren geen toplicht.

Zeilschepen met de zeilen omhoog die gebruik maken van de motor

zeilschip-onder-motor

Zeilschepen die de motor gebruiken en de zeilen omhoog hebben worden beschouwd als motorschepen. 's Nachts voeren ze dus de navigatieverlichting van motorschepen en overdag voeren zij een zwarte kegel met de punt naar beneden. In de praktijk zie je nooit het gebruik van het dagmerk. Maar als je op een windstille dag een zeilschip snel ziet varen weet je genoeg...

Snelle motorschepen

snelle-schepen

Snelle motorschepen (groter dan 20 meter en sneller dan 40 km/uur) voeren boordlichten, toplicht en heklicht en twee witte, snelle flikkerlichten boven elkaar. Dit is een van de weinige uitzonderingen op de regel dat navigatieverlichting niet knippert. Snelle motorschepen met deze navigatieverlichting geven aan dat ze voor alle andere schepen moeten uitwijken. In de praktijk houden ze goed rekening met andere scheepvaart maar kunnen ze vanwege hun snelheid natuurlijk niet zomaar uitwijken als je vlak voor ze gaat varen. Opletten dus. 

Gekoppeld samenstel

 samenstel

Als twee varende schepen langszij aan elkaar zijn vastgemaakt spreek je van een gekoppeld samenstel. Voor gekoppelde kleine schepen gelden geen eisen ten aanzien van de navigatieverlichting. Grote schepen die als een gekoppeld samenstel varen voeren beide een heklicht en de boordlichten worden alleen aan de buitenkant van het samenstel gevoerd zodat goed duidelijk is hoe breed de schepen samen zijn. Beide schepen voeren een toplicht maar als een van de schepen de motor niet gebruikt, voert dat schip een rondom schijnend, wit licht in plaats van het toplicht (die situatie is op de afbeelding hierboven weergegeven).

Duwstellen

duwstel

Duwstellen kunnen verschillend zijn samengesteld. In de afbeelding wordt een duwboot met twee duwbakken getoond maar duwstellen kunnen bijvoorbeeld ook bestaan uit een duwboot met één duwbak of uit een duwboot met zes duwbakken die in twee paren van drie aan de duwboot zijn vastgemaakt. Omdat duwstellen vaak lang en breed zijn waardoor ze moeilijk manoeuvreren, hebben ze een heel opvallende navigatieverlichting:  Duwstellen voeren boordlichten op de breedste plek van het duwstel, de duwboot voert drie heklichten naast elkaar en de voorste duwbakken voeren een toplicht. De buitenste (bakboord) duwbak voert drie toplichten in een driehoek.

Slepen

 slepend-schip

Als een schip een ander schip sleept wordt dat zowel overdag als 's nachts aangeduid. Overdag voert het slepende schip de zogenaamde 'sleepcilinder': een wit-zwart-geel-zwart-wit gestreepte cilinder. Het gesleepte schip voert een gele bol. 's Nachts voert het slepende schip boordlichten, twee toplichten boven elkaar en een geel heklicht. Het gesleepte schip voert een heklicht en een wit rondom zichtbaar licht.

Als een sleepcombinatie uit meer dan twee schepen bestaat die niet in kiellinie (dus niet in elkaars verlengde) varen, voeren de slepende schepen niet twee maar drie toplichten. Dit is een situatie die je vaker in havens tegenkomt omdat de slepers dan grote schepen helpen met zijwaarts manoeuvreren.

slepende-schepen

Vissersschepen

vissend-schip

Vissersschepen voeren boordlichten, een heklicht en mogen toplichten voeren. Daarbij voeren ze twee rondom zichtbare lichten boven elkaar, het bovenste groen en het onderste wit. Overdag voeren vissersschepen twee zwarte kegels met de punt naar elkaar (ook wel een diabolo genoemd).

Vissersschepen mogen deze navigatieverlichting alleen voeren als ze daadwerkelijk vissen, anders zijn ze gewone motorschepen. Maar in de praktijk denken vissers daar heel anders over en wordt het dagmerk dag en nacht (zie afbeelding) en ook in de haven gevoerd en wordt het groen boven wit ook vaak gevoerd als het schip nog onderweg naar de visgronden is.

Veerponten

 vrijvarende-veerpont

Een vrijvarende veerpont (een veerpont die niet vastzit aan een kabel en geen gierpont is) voert boordlichten, een heklicht en twee rondom zichtbare lichten boven elkaar, het bovenste groen en het onderste wit.

Vrijvarende veerponten hebben dus dezelfde navigatieverlichting als vissersschepen, behalve dan dat ze geen toplicht mogen voeren. Maar in de praktijk varen deze schepen niet in de buurt van elkaar.

Veerponten die vastzitten aan een kabel dwars over het vaarwater of gierponten (ponten op stromend water die aan een anker vastzitten en daaraan 'hangend' over de rivier heen en weer gaan) voeren geen boordlicht of heklicht. Ze voeren wel de groen boven wit rondom zichtbare lichten.

Loodsen

loodsen

Loods schepen voeren boordlichten, een heklicht en twee rondom zichtbare lichten boven elkaar, het bovenste wit en het onderste rood. Mijn eigen kapitein vertelde mij eens een ezelsbruggetje: "Loodsen hebben een witte pet op boven een rode neus". In zijn tijd (heel heel vroeger ;) waren loodsen meestal oud-kapiteins en werd er anders naar drankgebruik gekeken dan tegenwoordig.. 

Schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren

schepen-met-gevaarlijke-stoffen

Je mag niet dichtbij schepen aanmeren, die gevaarlijke stoffen transporteren, zoals tankers. Deze schepen voeren overdag een, twee of drie kegels en 's nachts een, twee of drie rondom zichtbare blauwe lichten boven elkaar. En licht/kegel betekent 10 meter afstand houden, 2 lichten/kegels betekent 50 meter afstand houden en drie lichten/kegels betekent 100 meter afstand houden. Je mag deze schepen wel voorbij varen maar doe dat dan snel. De blauwe lichten zijn veel minder krachtig en dus minder opvallend dan de andere navigatieverlichting en zijn in de regel vlak naast de stuurhut geplaatst. 

Duikers in het water

duikers

Een schip dat duikers begeleidt voert overdag een blauw-witte seinvlag. Verminder tijdig snelheid en blijf ruim bij deze schepen uit de buurt.

Er is geen aparte navigatieverlichting voor schepen die duikers begeleiden. 's Nachts moet dit teken verlicht zijn, zodat het duidelijk zichtbaar is.

Als vanaf de wal wordt gedoken kan er ook een blauw-wit bordt op de kant staan.

Ankeren

ankeren

Schepen die voor anker liggen geven dit overdag aan met een zwarte bol. 's Nachts voeren kleine schepen een wit, rondom zichtbaar licht en grote schepen twee witte, rondom zichtbare lichten waarbij het voorste licht hoger is dan het achterste. In de praktijk kom je nauwelijks grote schepen tegen die twee ankerlichten tonen. Sterker, door de grote hoeveelheid dekverlichting die ze aanhouden kan het behoorlijk lastig zijn om het ankerlicht te onderscheiden. De lichten en het dagmerk worden geacht minstens vier meter boven het water te worden getoont en als dat niet mogelijk is, zo hoog mogelijk.

Onmanoeuvreerbare schepen 

onmanoeuvreerbaar-groot-schip

Schepen die onmanoeuvreerbaar zijn (denk aan motorpech of aan de grond lopen) geven dit aan met twee rode, rondom zichtbare lichten boven elkaar. Overdag worden twee zwarte bollen boven elkaar getoond. Zolang het onmanoeuvreerbare schip nog vaart door het water heeft, wordt ook de 'normale' navigatieverlichting getoond.

Onmanoeuvreerbare kleine schepen hoeven geen lichten of dagmerken te vertonen maar mogen wel aandacht trekken door te zwaaien met een rode vlag of rood bord of door te zwaaien met een rood of wit licht.

Beperkt manoeuvreerbare schepen

beperkt-manoeuvreerbaar-schip

Beperkt manoeuvreerbare schepen zijn dat altijd door de aard van hun werkzaamheden. Denk aan een tonnen-legger of een kabel-legger of een schip dat metingen verricht. Beperkt manoeuvreerbare schepen staan ook wel bekend als 'kerstbomen' omdat ze zo veel navigatieverlichting voeren.

Overdag voert een beperkt manoeuvreerbaar schip een zwarte bol, een zwarte ruit en een zwarte bol boven elkaar om aan te geven dat het schip beperkt manoeuvreerbaar is. Daarnaast kan het schip nog een 'vrije' en een 'onvrije' zijde hebben: aan de vrije zijde mag je passeren en aan de onvrije zijde niet i.v.m. de werkzaamheden die aan één zijde worden uitgevoerd. De vrije zijde wordt aangeduid met twee zwarte ruiten boven elkaar en de onvrije zijde wordt aangeduid met twee zwarte bollen boven elkaar.

's Nachts voert een beperkt manoeuvreerbaar schip boordlichten, toplichten en een heklicht. Daarnaast geven drie rood, wit, rood, rondom zichtbare lichten boven elkaar aan dat het schip beperkt manoeuvreerbaar is. De vrije zijde van het schip wordt aangeduid met twee groene, rondom zichtbare lichten boven elkaar en de onvrije zijde wordt aangeduid met twee rode, rondom zichtbare lichten boven elkaar.

Drijvende werktuigen

drijvend-werktuig-dag

Drijvende werktuigen zijn geen schepen, want zij hebben geen middelen om zichzelf te verplaatsen. Daarom heeft een drijvend werktuig geen basis navigatieverlichting. In de regel ligt een drijvend werktuig voor anker of maakt gebruikt van een ander systeem om op de plek te blijven. Drijvende werktuigen hebben vaak een vrije en een onvrije zijde en net als het beperkt manoeuvreerbare schip heeft dit te maken met de werkzaamheden die ze uitvoeren. Denk bij drijvende werktuigen aan een baggerschuit of een bok (drijvende kraan). Als je een baggerschuit tegen komt moet je er op bedacht zijn dat er vanuit de schuit zandzuigslangen worden gevoerd, die mijlenver van de baggerschuit en vlak onder water liggen. Zo kan een heel groot gebied onbevaarbaar zijn. De slangen worden aangeduid met gele tonnen met een wit licht. 

De vrije zijde van een drijvend werktuig wordt aangeduid met twee groene ruiten boven elkaar en 's nachts door twee groene, rondom zichtbare lichten boven elkaar. De onvrije zijde van een drijvend werktuig wordt aangeduid met een rode bol en 's nachts met een rood, rondom zichtbaar licht.

drijvend-werktuig-nacht

Drijvende werktuigen kunnen bezig zijn met werkzaamheden waarbij ze heel stil in het water moeten liggen. In zo'n geval worden borden gevoerd die aangeven dat schepen geen hinderlijke golfslag mogen veroorzaken. Aan de vrije zijde wordt een rood-wit bord getoond en aan de onvrije zijde een rood bord.

drijvend-werktuig-geen-golfslag

Schepen van Rijkswaterstaat en de KLPD

Schepen die varen en bezig zijn met werkzaamheden in of aan het vaarwater (maar niet beperkt manoeuvreerbaar zijn) kunnen dit laten zien door een geel flikkerlicht. In de praktijk zijn dit veelal de zwart-gele schepen van Rijkswaterstaat. Het licht ziet er net zo uit als dat op vuilniswagens. Schepen van de brandweer of de politie te water (Korps Landelijke Politie Diensten) kunnen hun aanwezigheid tonen met blauwe flikkerlichten, eender aan die op politieauto's worden gebruikt.

 

itemlogo

 

 

Toets je kennis van de lichten en dagmerken op schepenhoorn

 

button volgende

 

dinsdag, 15 april 2014 02:00

overige reglementen

Het Rijnvaart Politie Reglement (RPR)

Je bent niet verplicht een exemplaar van het RPR aan boord te hebben, noch hoef je het hele reglement te kennen. De belangrijkste verschillen met het BPR worden hier opgesomd. De verschillen komen voort uit de drukke beroepsvaart in het RPR gebied, waardoor kleine schepen minder rechten hebben dan in het BPR gebied.

Het RPR is van toepassing op de (Boven- en Neder-) Rijn, de Lek, de Waal en het Pannerdensch kanaal. Bovendien op alle daaraan grenzende havens, laad- en losplaatsen en recreatieplassen

Klein wijkt altijd voor groot, ook in engten en ook voor snelle schepen.

Kleine schepen mogen geen mistseinen geven en bij slecht zicht mag alleen met een type-goedgekeurde radar worden gevaren. Waardoor kleine schepen in de praktijk niet met slecht zicht mogen varen.

 

Er zijn een aantal verschillen met betrekking tot de leeftijdseisen van bestuurders van vaartuigen:

Categorie

BPR

RPR

Algemeen

16

16

Roeiboot, kano en dergelijke

-

-

Open motorboot k;einer dan 7 meter en langzamer dan 13 km/uur

-

16

Klein zeilschip groter dan 7 meter

16

-

Snelle motorboot

18

18

 

Schepen korter dan 7 meter met een maximale snelheid van 13 km/uur moeten top-, hek- en boordlichten voeren. In het BPR wordt volstaan met een rondomschijnend wit licht.

In het RPR mogen alle kleine zeilschepen een rondom schijnend wit licht voeren en bij nadering een tweede wit licht tonen. In het BPR geldt dat alleen voor zeilschepen kleiner dan 7 meter.

Een 'alleen varende bijboot' hoeft geen licht te voeren maar moet bij naderen van een ander schip wel direct een licht tonen.

Drijvende werktuigen met een vrije en onvrije zijde mogen aan de vrije zijde een wit-groen en verticaal gestreept bord tonen. aan de onvrije zijde mogen ze een wit-rood en horizontaal gestreept bord tonen. In het BPR is dit twee groene kegels boven elkaar aan de vrije zijde en een rode bol aan de onvrije zijde (zie volgend cursusdeel).

Het Scheepvaart reglement Kanaal van gent naar Terneuzen (SRKGT)

Je hoeft van het SRKGT alleen te weten dat het bestaat en waar het van toepassing is. Dit reglement geldt op genoemd kanaal en zijkanalen, vanaf de grens met Belgie tot en met de havenhoofden van de buitenhaven van Terneuzen. 

De Binnenvaartwet

De Binnenvaartwet vervangt per 1 juli 2009 de Binnenschepenwet en is gekoppeld aan Europese richtlijnen en regelgeving.

De nieuwe regels hebben vooral betrekking op de eisen die worden gesteld aan de technische uitrusting van binnenvaartschepen en vaarbewijzen.

De Nederlandse vaarbewijzen zijn:

Het Groot vaarbewijs voor:

  • Alle schepen langer dan 40 meter
  • Passagiersschepen en veerponten die meer dan 12 passagiers vervoeren
  • Sleepboten en duwboten die bedrijfsmatig schepen langer dan 20 meter vervoeren

Het Beperkt Groot vaarbewijs voor:

  • Schepen tussen 20 en 40 meter die gebruikt worden voor bedrijfsmatig vervoer
  • Pleziervaartuigen met een lengte tussen 25 en 40 meter

Het Beperkt Groot Pleziervaartbewijs:

Eigenaren van pleziervaartuigen tussen 25 en 40 meter kunnen een ontheffing krijgen voor het Beperkt Groot vaarbewijs als zij beschikken over het Beperkt Groot Pleziervaartbewijs. De exameneisen zijn lichter en er is geen verplichte drie jaar vaartijd. Het examen bestaat uit een theorie deel en een praktijk examen.

Het Klein vaarbewijs voor:

  • Pleziervaartuigen die sneller dan 20 km/uur kunnen varen
  • Pleziervaartuigen tussen 15 en 25 meter lengte
  • Schepen met een lengte tussen 15 en 20 meter die bedrijfsmatig worden gebruikt

Het zeilbewijs voor:

  • Zeilende beroepsvaart

Het Schipper Rondvaartboot voor:

  • Schippers van rondvaartboten die alleen in een bepaald gebied mogen varen (bijvoorbeeld Amsterdam)

Voor het verkrijgen van een vaarbewijs is een medische keuring verplicht (met uitzondering voor het Klein vaarbewijs, waar wordt volstaan met een 'eigen verklaring').

Het vaarbewijs is geldig tot het 70e levensjaar, waarna elke vijf jaar een nieuw vaarbewijs moet worden aangevraagd.

Wetboek van Koophandel

In het Wetboek van Koophandel staat maar een artikel dat relevant is:

De schipper is verplicht aan personen die in nood verkeren, zeker als zijn eigen schip daarbij betrokken is, zo goed mogelijk hulp te verlenen maar zonder je eigen schip of opvarenden in gevaar te brengen.

De schipper is verplicht om in geval van een aanvaring een aantal gegevens te verstrekken: naam en thuishaven van het schip, plaats van oorsprong en bestemming van het schip.

 

 

button volgende

 

dinsdag, 15 april 2014 02:00

voorrangsregels

Hoofdregels

Er zijn drie hoofdregels die de voorrang bepalen:

  1. Schepen die aan de stuurboordzijde van het vaarwater (of betonde vaargeul) varen hebben altijd voorrang
  2. Kleine schepen wijken voor grote schepen
  3. Snelle schepen wijken voor alle andere schepen

Deze drie hoofdregels zijn in volgorde van belang gegeven. Kleine schepen die goed de stuurboordzijde van het vaarwater aanhouden hoeven dus niet uit te wijken voor grote schepen die niet aan de stuurboordzijde van het vaarwater varen.

schip aan stuurboord wal voorrang aklein wijkt voor groot

Hiernaast zie je twee voorbeelden van hoofdregel 1: situaties waarbij een kleine motorboot voorrang heeft op schepen die het vaarwater kruisen.

Er is wel één uitzondering op de regel: veerponten die het vaarwater kruisen hoeven geen voorrang te verlenen aan kleine schepen die stuurboordwal houden

 

 

  

tip uit de praktijk

Gevolg van hoofdregel 2: als een klein schip niet de stuurboordwal houdt, dient het altijd te wijken voor grote schepen.

 

tip_uit_de_praktijk

Snelle motorschepen zijn grote schepen, bijvoorbeeld catamarans of draagvleugelboten die lijndiensten onderhouden. Ze moeten wel voor kleine schepen wijken (hoofdregel 3) maar door hun grote snelheid zullen ze dat in de praktijk niet zomaar doen.

Definities van naderen

overzicht koersen

Schepen kunnen elkaar op drie manieren naderen. Welke voorrangsregel van toepassing is hangt af van deze manieren. Schepen zijn òf koerskruisers: dan naderen ze elkaar min of meer van opzij. Of een schip loopt een ander schip op: het ene schip haalt het andere in. Of schepen naderen elkaar op tegengestelde koers: ze varen recht tegen elkaar in. In het plaatje hiernaast zie je een overzicht.

Het kan lastig zijn om te beoordelen of een schip een koerskruiser of een oploper is want een oploper kan van opzij komen en een koerskruiser kan ook schuin van achteren komen. Er is een handigheidje voor om het verschil te bepalen: een oploper is eens schip dat nadert vanuit een hoek die overeenkomt met de schijnhoek van het heklicht (zie het deel over navigatielichten).

 

Grote schepen onderling

  • rechts voorrangtegengestelde koersen groot schipAls grote schepen elkaar naderen op tegengestelde koersen, dienen beide schepen naar stuurboord uit te wijken, zodanig dat de schepen elkaar aan de linker zijde passeren ("bakboord op bakboord").
  • Als een groot schip een ander groot schip oploopt (inhaalt), dient het schip dat oploopt te wijken voor het opgelopen schip. Het schip dat wordt opgelopen heeft zonodig de plicht het oplopen mogelijk te maken door zelf ook uit te wijken.
  • Als grote schepen elkaar op kruisende koersen naderen, dient het schip dat van bakboord komt te wijken voor het schip dat van stuurboord komt
  • Als grote zeilschepen elkaar naderen, gelden de zeilvoorrangsregels (zie onder kleine zeilschepen).

Kleine schepen onderling

De voorrang van kleine schepen onderling wordt bepaald door het type schip. Er geldt dus een hiërarchie.

  1. Een klein zeilschip heeft voorrang op alle andere kleine schepen
  2. Een roeiboot of ander schip dat door spierkracht wordt voortbewogen, heeft voorrang op kleine motorboten
  3. Een kleine motorboot wijkt voor alle kleine zeilschepen en door spierkracht voortbewogen schepen.

Kleine motorboten onderling

tegengestelde koersenoplopen in nauw vaarwaterVoor kleine motorboten geldt hetzelfde als voor grote schepen. Dus:

  • Tegenliggers wijken beiden voldoende naar stuurboord
  • Als twee kleine motorboten elkaar op kruisende koersen naderen, heeft de boot die van rechts komt voorrang
  • De kleine motorboot dat een ander inhaalt moet daarvoor uitwijken. Als dat nodig is (zoals op het plaatje rechts) moet de boot die wordt opgelopen daarvoor ruimte vrij maken.

Kleine zeilschepen onderling

De voorrangsregels voor kleine zeilschepen zijn wat complexer. Er zijn drie situaties denkbaar:

stuurboordboeg wijkt voor bakboordboeg1 "stuurboord wijkt voor bakboord"

De zeilschepen hebben de zeilen aan verschillende zijden van het schip staan. In het voorbeeld heeft het bovenste schip de zeilen aan de stuurboord zijde staan en het onderste schip heeft de zeilen aan bakboord. "Stuurboord wijkt voor bakboord" dus het bovenste schip moet wijken.

 

tip_uit_de_praktijk

Als je moet uitwijken doe je dat het beste door achterlangs het andere schip te gaan want dat is veiliger.

 

 

 

 

loef wijkt voor lij2 "loef wijkt voor lij"

De zeilschepen hebben de zeilen aan dezelfde kant. Maar schip het bovenste schip is het schip aan loef (dichter bij de oorsprong van de wind) en daarom moet het bovenste schip wijken.

 

tip uit de praktijkHet schip dat moet uitwijken kan niet achterlangs het andere schip gaan varen zonder een zeilmanoeuvre te doen (gijpen). Daarom kiest hij er voor om met het andere schip te gaan 'meeliggen' - een evenwijdige koers te varen - totdat het andere schip is gepasseerd. Daarna gaat het uitwijkplichtige schip weer terug op zijn oude koers.

zeilschip oplopen

 

3 "Oploper wijkt"

In dit geval hebben beide schepen de zeilen aan dezelfde zijde en ze zitten ongeveer even dicht bij de oorsprong van de wind. Maar het bovenste schip vaart veel harder, waardoor het andere schip wordt opgelopen. De oploper wijkt, dus schip het bovenste schip verandert van koers. In dit geval werkt het onderste schip mee door ook iets van koers te veranderen. Dit doet hij om zo min mogelijk last te hebben van het schip dat hem inhaalt.

 

tip_uit_de_praktijk

Als een zeilschip een ander oploopt doet deze dat bij voorkeur aan de loefzijde van het schip dat wordt opgelopen. Daardoor heeft de oploper steeds optimale wind en kan snel voorbij varen.

 

Deze voorrangsregels voor zeilschepen gelden voor kleine zeilschepen onderling en voor grote zeilschepen onderling. Een klein zeilschip wijkt dus hoe dan ook voor een groot zeilschip omdat een hoofdregel is dat een klein schip voor een groot schip wijkt.

 

Engtes

Er is een apart deel van de voorrangsregels gewijd aan engtes want bij het naderen van een engte wordt soms afgeweken van de hoofdregels. Een engte is een vernauwing van het vaarwater, zodanig dat geen twee schepen tegelijk door de engte kunnen varen. Je kan daarbij denken aan een versmalling van een vaargeul of kanaal maar ook een brug kan een engte veroorzaken. Tussen haakjes: je mag trouwens nooit je eigen schip zo aanmeren of stilleggen dat een engte ontstaat.

De belangrijkste regel is dat elk schip dat een engte voorstrooms nadert voorrang heeft op een schip dat de engte tegenstrooms nadert. Deze regel is ingevoerd omdat schepen die voorstrooms varen moeilijk het schip stil kunnen leggen om op een ander te wachten. Dit betekent dat een klein schip dat de engte voorstrooms nadert voorrang heeft op grote schepen die tegenstrooms naderen.

Het schip dat het obstakel aan stuurboord heeft moet voorrang verlenen aan het schip dat het obstakel aan bakboord heeft. Het komt er op neer dat, net als op de weg, je voorrang hebt als jouw 'weghelft' vrij is engte obstakel aan een zijde
Als een zeilboot die de engte bezeild heeft en een motorboot een engte naderen heeft de zeilboot voorrang (vanwege de regel dat kleine zeilschepen voorrang hebben op kleine motorboten) engte motorboot en zeilboot
Als een zeilboot die de engte NIET bezeild heeft en een motorboot een engte naderen heeft de motorboot voorrang. De motorboot kan met de wind van achteren moeilijk stoppen om op de zeilboot te wachten en heeft daarom voorrang. Deze zeilboot zal er trouwens nog moeite mee hebben om door de smalle engte te laveren... engte niet bezeild
Als twee zeilboten een engte naderen en ze hebben het allebij bezeild, wijkt de zeilboot die de zeilen over stuurboord heeft voor de zeilboot die de zeilen over bakboord heeft. Net zoals dat op open water het geval is. engte zeilboot en zeilboot
Voor twee (kleine) motorschepen die tegelijk een engte naderen is niets geregeld. In de praktijk gaat het schip dat iets eerder was of dat moeilijker kan manoeuvreren als eerste. Je lost dit op met goed zeemanschap. engte motorboot en motorboot

Aan de verkeerde wal varen

de verkeerde walGrote motorschepen willen regelmatig aan de "verkeerde" wal "voorsoorteren" om zo makkelijker een zijwater of nevenvaarwater in te gaan. Dat mag want tenzij dat ter plekke specifiek is verboden, mag je aan de "verkeerde" kant van het vaarwater varen. Maar er moet wel toestemming worden gevraagd aan tegemoet komende schepen. Dat doen grote motorschepen door het vertonen van een blauw bord met een witte rand en een bijbehorend wit flikkerlicht. Het tegemoet komende schip toont hetzelfde bord en flikkerlicht om aan te geven dat hij het heeft begrepen. Beide schepen gaan nu bakboord uit en passeren "stuurboord op stuurboord" (de ander wordt aan de stuurboord gelaten). Kleine schepen hoeven geen blauw bord te tonen maar moeten wel aan grote schepen die een blauw bord tonen, medewerking verlenen.

In de praktijk worden deze situaties met marifoon besproken maar het tonen van het blauwe bord met wit flikkerlicht blijft wel verplicht.

 

button volgende

 

dinsdag, 15 april 2014 02:00

overige vaarregels

Varen in druk vaarwater

veel_binnenvaartAls je met een plezierjacht je in een druk vaarwater ophoudt, kan je te maken krijgen met grote schepen die keren, vertrekken of een vaarwater oversteken of kruisen. Grote schepen mogen aan de doorgaande scheepvaart medewerking vragen om deze manoeuvres te maken en kunnen daarvoor geluidssignalen gebruiken. Kleine schepen mogen geen medewerking vragen en ook geen geluidssignalen geven. Kleine schepen mogen niet sterk gehinderd worden door grote schepen die een van de genoemde manoeuvres doen.

 

tip_uit_de_praktijkIn de praktijk worden geluidssignalen niet gebruikt maar wordt met behulp van de marifoon afspraken gemaakt. Als klein schip, kan je in drukke vaarwateren het beste dicht bij de stuurboordwal blijven varen, zodat grote schepen voor je moeten uitwijken en je deze tegelijk niet hindert omdat zij in de regel wat verder van de wal blijven.

 

Keren
Een groot schip dat keert mag medewerking vragen door het geven van een lange stoot en een korte stoot op de scheepshoorn als deze over stuurboord wil keren (rechtsom keren). Als het grote schip over bakboord (linksom) wil keren, geeft het een lange stoot gevolgd door twee korte stoten.

Vertrekken
Een groot schip dat vertrekt geeft een korte stoot als het daarna stuurboord uit wil gaan en twee korte stoten als het bakboord uit wil gaan.

Het invaren of uitvaren van een haven of nevenvaarwater

hoofd en nevenvaarwaters

Een groot schip geeft drie lange stoten gevolgd door een korte stoot als het voor het invaren of na het uitvaren stuurboord uit wil gaan. Als het bakboord uit wil gaan, geeft het drie lange stoten gevolgd door twee korte stoten. Als een groot schip na het uitvaren van een haven of nevenvaarwater wil oversteken, geeft het drie lange stoten. Als het schip eenmaal is overgestoken en naar stuurboord of bakboord wil afslaan, geeft het een lange stoot gevolgd door een korte stoot (stuurboord uit) of een lange stoot gevolgd door twee korte stoten (bakboord uit).

Aanvullende vaarregels

  • Een schip mag alleen naast een ander schip opvaren als daar voldoende ruimte voor is en dit geen hinder voor de andere scheepvaart oplevert.
  • Alleen bij oplopen en passeren op tegengestelde koersen mag een schip op kortere afstand komen dan 50 meter van een kegelschip (schip met gevaarlijke lading).
  • Schepen moeten zo mogelijk minstens 1000 meter afstand houden ten opzichte van schepen die bezig zijn met mijnopruimwerkzaamheden.
  • Een schip mag niet zonder toestemming langszij komen of vastmaken aan een varend schip of varend drijvend voorwerp.
  • Het is niet toegestaan een ketting, anker of kabel voort te slepen, tenzij dit deel van een manoeuvre is.
  • Een schip mag zich niet met de stroom mee laten drijven zonder dat het gebruikt maakt een middel tot voortstuwing (motor, zeilen, peddels).
  • Het is verboden hinderlijke golfslag te veroorzaken, ook als dit niet specifiek door borden wordt aangegeven bij:
  • een haveningang
  • woonboten
  • kwetsbare oevers
  • veerboten in bedrijf

Veerponten

Veerponten mogen geen schepen hinderen bij hun vertrek. Maar als ze eenmaal aan de oversteek zijn begonnen hebben ze voorrang op kleine schepen, ook als het kleine schip aan de stuurboord wal vaart. Ze mogen grote schepen om medewerking vragen maar moeten deze wel voorrang verlenen als het grote schip aan stuurbord wal vaart.

Slecht zicht

Bij slecht zicht moeten schepen die de reis voortzetten een aantal maatregelen nemen:

  • de navigatieverlichting aan doen
  • een radarreflector voeren
  • vaart matigen en zoveel mogelijk stuurboordwal houden
  • extra goed uitkijken en luisteren
  • zonodig het mistsein geven: elke minuut een lange stoot op de scheepshoorn

Grote schepen zijn verplicht het mistsein te geven maar kleine schepen mogen dit doen. Als de veilige vaart niet kan worden gegarandeerd mogen schepen de reis niet voortzetten en moeten dan zo snel mogelijk aanmeren. Veerponten die niet op de radar varen geven ten minste elke minuut een lange stoot gevolgd door vier korte stoten.

tip_uit_de_praktijkHoewel van slecht zicht wordt gesproken en dat in principe bij zicht minder dan vier kilometer is, treffen de meeste schepen pas de bovengenoemde maatregelen bij een zicht van minder dan 1-2 kilometer. Bij echt slecht zicht <500m, is het heel verstandig om iemand op het voorschip te zetten die kan luisteren naar andere schepen: geluid draagt bij slecht zicht heel ver.

Ligplaats nemen

Bij het ligplaats nemen (aanmeren) ben je verplicht om dat zo te doen dat je daardoor de andere scheepvaart niet hindert en de oevers of kunstwerken niet beschadigt. Daarbij dien je rekening te houden met wind, stroming, golven en zuiging van andere schepen. Dit komt er op neer dat je bijvoorbeeld niet keihard tegen een ander schip aan mag komen bij het aanmeren aan lage wal; dat je niet naast een ander schip kan liggen als de schepen door golfslag erg onstuimig 'tegen elkaar aan rijden'; dat je niet ergens kan aanmeren als je door de zuiging van andere schepen schade veroorzaakt of zelfs losslaat. In feite mag je alleen risicoloos ligplaats nemen.

Elk schip is verplicht andere schepen toe te staan langszij aan te meren en toe te staan dat personen en goederen van het ene schip over het andere schip naar de wal worden verplaatst. Het schip waar langszij wordt afgemeerd is zelfs verplicht om zonodig te assisteren bij aankomst en vertrek van het schip dat langszij ligt. Het is niet toegestaan langszij een varend schip of varend drijvend voorwerp aan te meren zonder toestemming van de schipper daarvan. Politieboten en andere 'handhavers' mogen dit wel.

Het BPR kent een aantal situaties waarbij het verboden is ligplaats te nemen:

  • waar een anker- of meerverbod geldt
  • onder een brug of hoogspanningslijn
  • in een engte of de nabijheid daarvan
  • zodanig aanmeren dat een engte in de vaarweg ontstaat
  • voor de monding van een vaarweg of in een havenopening
  • in het traject van een veerpont
  • bij een keerplaats voor grote schepen
  • op ligplaatsen speciaal toegewezen aan de beroepsvaart

Snelle motorboten en waterskiën

Er gelden een aantal specifieke regels voor snelle motorboten; kleine motorboten die sneller kunnen varen dan 20 km/uur.

Snelle motorboten moeten geregistreerd staan bij de Rijksdienst voor wegverkeer. Dat kan bij het postkantoor en dan krijg je een registratieteken. Dat registratieteken moet samen op de boot worden aangebracht en het registratiebewijs moet aan boord zijn.

Verder moet een snelle motorboot aan een aantal eisen voldoen:

  • de uitlaat moet voldoende gedempt zijn
  • er mag tijdens het varen geen gevaar voor brand zijn en explosie zijn en geen hinder van rook, damp of walm
  • de stuurinrichting moet in orde zijn
  • bij een open stuurstand moet er een dodemansknop zijn waardoor de motor stopt als de stuurman niet achter het stuur zit (bij ghesloten binnenbesturing hoeft dit dus niet)
  • voor iedere opvarende moet er een reddingsvest aan boord zijn en een stuurman die in een open kuip staat moet die ook dragen
  • er moet een brandblusser aan boord zijn

De bestuurder heeft ook een aantal verplichtingen:

  • gebruik van de zitplaats voor de bestuurder is verplicht, tenzij staand sturen veilig is
  • gebruik maken van het dodemanskoord
  • dragen van een reddingsvest
  • vermeiden van hinder of gevaar voor andere schepen
  • motor uitzetten als de boot stilligt
  • scheepsbescheiden, registratiebewijs en vaarbewijs zijn aan boord

De schipper is in eerste instantie verantwoordelijk voor de naleving van deze regels. De eigenaar blijft mede verantwoordelijk, ook als hij de boot heeft uitgeleend (met name voor de technische uitrusting). De bestuurder moet tenminste 18 jaar oud zijn.

tip_uit_de_praktijk

Het onderwerp snelle motorboten is in het examen heel belangrijk

Waterskiën mag alleen in daartoe aangewezen gebieden. De bestuurder heeft hulp van een uitkijk van minstens 15 jaar oud, die op de skiër kan letten en die de skiseinen kent.

 

 

button volgende

 

dinsdag, 15 april 2014 02:00

communicatie

Noodsignalen

helicopter reageert op noodsignaalAf en toe komt een schip in nood en heeft dringende hulp nodig. Bijvoorbeeld als er brand is, het schip dreigt te zinken of als er iemand ernstig gewond is. Je kan dan via de marifoon hulp inschakelen. Op open wateren zoals de zee en het IJsselmeer gebruik je daarvoor marifoonkanaal 16 (kustwacht) en op rivieren en meren kanaal 10 of als je in een blokgebied vaart, het daar gebruikte kanaal. En je kan ook 112 bellen.

Om hulp van omringende schepen te krijgen mag je op een aantal manieren aandacht trekken:

  • Overdag zwaaien met een vlag of een ander voorwerp waar je aandacht mee trekt
  • 's Nachts zwaaien met een licht
  • Je kan gebruik maken van vuurpijlen, rookbommen of parachutelichten.
  • En je kan gebruik maken van geluidssignalen: het voortdurend luiden van de scheepsbel, herhaalde reeksen lange stoten op de scheepshoorn of toeter of het seinen van de morsecode voor SOS: drie kort, drie lang, drie kort.

Geluidsseinen

Er zijn veel geluidsseinen (het gebruik van de toeter of hoorn), waarmee schepen met elkaar kunnen communiceren. Kleine schepen mogen niet alle seinen geven die grote schepen wel mogen geven. De onderstaande geluidsseinen mag een klein schip wel geven:

de geluidsseinen voor kleine schepen

Een korte stoot duurt 1 seconde en een lange stoot vier seconden. In de praktijk geven schepen vaak stoten die veel korter duren.

Grote schepen moeten tegelijk met het geven van een geluidssein een helder geel rondom schijnend licht tonen.

Het sein "blijf weg"

Als er op of nabij het vaarwater brand, explosie of vergiftigingsgevaar is of dreigt, kan het sein "blijf weg" worden gegeven. Het sein bestaat uit een korte stoot gevolgd door een lange stoot, minstens 15 minuten herhaald. Het sein zal in de praktijk worden gegeven door een schip met blauwe kegels: een schip dat een gevaarlijk lading vervoert.

Als je dit sein hoort handel je als volgt: van het gevaar wegvaren, ramen en deuren dichtdoen en alle vuur doven (denk aan de waakvlam van de geiser) en via marifoon of 112 de autoriteiten waarschuwen. Let op de windrichting in verband met giftige (rook)gassen. Let op: dit is belangrijke examenstof.

Marifoon en radar

marifoonGrote schepen zijn verplicht een marifoon aan boord te hebben en hoewel die verplichting niet voor kleine schepen geldt, zijn er steeds meer uitgerust met een marifoon. Als je een marifoon aan boord hebt, heb je ook een aantal verplichtingen:

  • De marifoon moet geregistreerd zijn bij het Agentschap Telecom
  • Iemand aan boord moet een bedieningscertificaat hebben
  • Het "Handboek voor de marifonie in de binnenvaart" of de ANWB Almanak 1 moet aan boord zijn
  • Daar waar dat vereist is (dat wordt door borden aangegeven) geldt een uitluister- en communicatieplicht

In Nederland mag de marifoon uitsluitend op laag vermogen uitzenden (0,5 tot 1 Watt). Het Basiscertificaat Marifonie is voldoende om op dit vermogen een marifoon te mogen gebruiken. Op zee wordt op een hoger vermogen (6 tot 25 Watt) uitgezonden omdat daardoor het bereik van de marifoon veel groter is. Je moet dan wel een Marcom-B bedieningscertificaat hebben om de marifoon te mogen gebruiken.{/ariimagepopup}

In sommige gebieden (een overzicht van deze gebieden vind je in Bijlage 9 van het BPR) zijn grote schepen verplicht twee marifoons te gebruiken. De ene marifoon staat dan op het ship-ship kanaal (VHF 10) en de andere staat op het kanaal van de lokale verkeerspost. Kleine schepen hebben deze verplichting niet maar als je er zelf voor kiest om twee marifoons aan boord te hebben geld de verplichting om wel op beide kanalen uit te luisteren.

radar animatieAls een plezierjacht een type-goedgekeurde radar aan boord heeft (en dat heeft vrijwel geen enkel klein schip want het gaat om een dure radar, specifiek voor de beroeps-binnenvaart) moet ook een marifoon aan boord zijn. Op een aantal vaarwateren mag zonder marifoon en type-goedgekeurde radar bij slecht zicht niet worden gevaren. Deze vaarwateren worden opgesomd in Bijlage 9 van het BPR. In de praktijk mag dus vrijwel geen pleziervaartuig bij slecht zicht in zogenaamde 'bijlage 9 gebieden' varen. Een paar voorbeelden van 'bijlage 9 gebieden' zijn: het IJ, het Amsterdam-Rijn kanaal, de vaarwegen tussen de zee en de havens aan de Waddenzee, de Nieuwe waterweg en de Nieuwe Maas. In de ANWB almanak 1 vind je een volledig overzicht.

De gangbare radars op kleine schepen, de zogenaamde jachtenradars, mogen op de binnenwateren niet worden gebruikt om "op de radar" te varen. Uitzonderingen daarop zijn open wateren, zoals de Zeeuwse stromen, het IJsselmeer en de Waddenzee. Voor het gebruik van een jachtenradar is een radardiploma nodig.

Met "op de radar varen" wordt bedoeld dat vooral met behulp van de radar wordt genavigeerd. Je mag dus wel bij goed zicht oefenen, zonder over het radardiploma te beschikken.

Snelle schepen moeten tijdens het varen altijd hun radar aan hebben staan.

 

Verkeerstekens

Verkeerstekens zijn borden die langs het water staan met daarop aanduidingen. Er bestaan een aantal categorieën:

Verbodsborden: witte borden met een rode rand en een rode diagonale streep
Dit bord betekent verboden te meren

verboden aan te meren

Gebodsborden: witte borden met een rode rand
Dit bord betekent voor dit bord wachten

verplichting te varen in de richting die de pijl aanwijst

Beperkingstekens: witte borden met een rode rand en vaak met een zwarte driehoek die de beperkingsrichting aangeeft
Dit bord betekent onderdoorvaart max 7 meter

beperkte_doorvaarthoogte

Aanbevelingstekens: blauwe borden met daarin een wit symbool dat je aanraad om iets te doen
Dit bord geeft aan dat wordt aangeraden naar stuurboord te gaan/de rechter vaart te nemen

aanbevolen_vaarrichting

Aanwijzingstekens: blauwe borden met daarin meestal een wit symbool dat je aandacht vraagt voor een object of situatie
Dit bord geeft aan dat er een kabelpont in het vaarwater is

niet_vrijvarende_veerpont

Bijkomende tekens: een bord onder een van de bovenstaande, dat aangeeft voor wie dat verkeersteken bedoeld is
Dit bord geeft aan dat recreatievaart wordt aangeraden stuurboord te houden

aanbevolen_vaarrichting_pleziervaart

Tekens aan kunstwerken: borden en lichten aan sluizen en bruggen
Dit bord aan een brug betekent verboden (onder)door te varen

 

Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste verkeerstekens


verbod_door_te_varen
 

 

Verbodstekens

 
Algeheel verbod in- , uit-, door- of onderdoor te varen verbod_door_te_varen
Verbod voorbij te lopen (inhaalverbod) verbod op te lopen
Verboden aan te leggen en/of te ankeren verboden te meren of ankeren
Verboden aan te leggen verboden_te_meren
Verboden te ankeren verboden_te_ankeren
Verboden hinderlijke golfslag te veroorzaken verboden_hinderlijke_golfslag_te_veroorzaken
Verboden voor motorschepen verboden_voor_motorschepen
Verboden voor pleziervaart verboden_voor_pleziervaart
Verboden voor zeilschepen verboden_voor_sport_of_pleziervaart
Verbod op te lopen (inhaalverbod) verbod_op_te_lopen
Verboden aan te meren binnen de aangegeven afstand van het bord verboden te meren binnen

 

Gebodstekens

 
 
Verplichting niet voorbij het bord te varen onder bepaalde omstandigheden (dit bord wordt gebruikt om te voorkomen dat schepen te dicht bij een gesloten brug of sluis gaan wachten en daarmee schepen die vanaf de andere zijde komen hinderen) verplichte_vaarrichting
Verplichting bijzonder goed op te letten (bijvoorbeeld bij een drukke kruising of bij werkzaamheden) verplichting_bijzonder_op_te_letten
Verplichte vaarrichting verplichting_om_te_varen_in_de_richting_door_de_pijl_aangegeven
Verplichting zich aan de maximum snelheid te houden ( in km per uur) verplichting_vaarsnelheid_te_beperken
Verplichting zich op betreffende marifoonkanaal te melden (in de praktijk wordt dit van pleziervaart niet verwacht) verplichting_zich_te_melden_op_marifoonkanaal

 

Beperkingstekens

 
 
Beperkte doorvaarthoogte (meters) beperkte_doorvaarthoogte
beperkte diepgang (centimeters) beperkte_waterdiepte

 

Aanwijzingstekens

 
 
Aanbevolen vaarrichting aanbevolen_vaarrichting
Toegestaan aan te meren en/of ankeren toegestaan te meren of ankeren
Niet-vrijvarende veerpont (pont aan een kabel) niet vrijvarende veerpont
Plaats om te keren (bedoelt voor beroepsvaart in een nauwe vaart) plaats_om_te_keren
Einde voorgaande geboden of verboden einde_voorgaande_verboden
Toegestaan te meren binnen de aangegeven afstand van het bord (dit wat onzinnige bord is in een examen voorgekomen en daarom word het hier vermeld. Ik vraag mij af of het echt bestaat) toegestaan te meren binnen

 

Bijkomende tekens

 
 
Verplichte vaarrichting voor motorschepen verplichte_vaarrichting_motorschepen
Aanbevolen vaarrichting voor pleziervaart aanbevolen_vaarrichting_pleziervaart
Over 800 meter is het verboden om sneller te varen dan de aangegeven snelheid maximale snelheid 7kmu geldt na 800m

 

 

 

Tekens aan kunstwerken

Linker doorvaart met daarboven het bord Doorvaart verboden: doorvaart vanaf deze zijde verboden

Middelste doorvaart met een gele ruit: doorvaart van beide zijden toegestaan

Rechter doorvaart met twee gele ruiten: doorvaart alleen vanaf deze zijde toegestaan

brug
"Dubbel rood" onbediende brug

Dit is een brug met een beweegbaar deel maar op dit moment onbediend. Meestal omdat de brug sluitingstijden heeft. Onderdoorvaart is wel toegestaan, zoals blijkt uit de gele ruit

beweegbare_brug_niet_bedient
"Enkel rood" brug gesloten

De brug is gesloten maar wordt bediend. Je moet dus even wachten tot de brug open gaat. Als de brug opengaat en hij blijft op enkel rood staan, zal de brugwachter eerst de schepen aan de andere kant laten doorvaren

beweegbare_brug_geen_doorvaart
"Groen rood" weldra doorvaart

Je moet nog even wachten met doorvaren maar de schepen aan deze kant mogen als eerste door de brug

beweegbare_brug_weldra_doorvaart
"Enkel groen" doorvaart toegestaan

(Zeer zeldzaam is wanneer je een open brug ziet met twee groene lichten boven elkaar. De brug is open voor doorvaart maar onbediend. Het kan bijvoorbeeld gaan om een brug in aanbouw.)

beweegbare_brug_doorvaart_toegestaan

 

button volgende

 

Pagina 1 van 4