gas- en elektrische installatie

Butagas en propaangas

Gasinstallaties kunnen gebruik maken van butagas of propaangas. Butagas brandt moeilijk bij temperaturen onder 5°C omdat de vloeistof dan moeilijk in gas overgaat. Bij propaangas gebeurt dit pas bij -45°C. Propaan is dus geschikter als we ook 's winters gebruik willen maken van het schip. Propaangas heeft een veel grotere druk dan butagas en moet dus nooit in een fles bedoeld voor butagas worden gedaan.

gasslangBeide gassoorten zijn explosief en zwaarder dan lucht waardoor het gas zich bij lekkage onder in het schip zal ophopen. In Nederland vallen elk jaar aan boord van pleziervaartuigen gewonden door gasexplosie en brand. Welke maatregelen kunnen we nemen om dat te voorkomen?

De flexibele slangen waarmee de fles en/of het apparaat aan het leidingenstelsel wordt gekoppeld is van rubber en heeft een beperkte levensduur. Zonlicht bestaat o.a. uit uv-licht dat het rubber extra snel doet vergaan. Op de gasslang staat de productiedatum van de slang en als vuistregel wordt genomen dat deze datum niet ouder dan drie jaar mag zijn. De rubbers tussen de koppeling en de gasfles moeten ook regelmatig worden vervangen. Maak absoluut geen gebruik van slangenklemmen en dergelijke; de rubbers moeten voorzien zijn van gewalste koppelingen (hydraulisch vastgeklemde koppeling).

gasexplosieEen gaslekverklikker aanbrengen tussen de fles en de gebruiksapparaten maakt het mogelijk om het systeem op lekken te controleren. Bij nieuwe aansluitingen is het goed om de aansluitingen met zeepsop op lekken te controleren.

Gebruik aan boord alleen apparaten die met een thermische beveiliging zijn uitgerust. Als de brandende vlam (geiser, kooktoestel, gaskoelkast) door een windvlaag uitgaat zal de gastoevoer worden afgesneden. Alle apparaten moeten voorzien zijn van een eigen afsluiter, die aan de vaste gasleiding en zo dicht mogelijk bij het apparaat is aangebracht.

De gasfles moet in een gasbun worden geplaatst op een plek waar eventueel gelekt gas niet binnen in het schip kan komen. Een gasbun is een bergplaats met ventilatiegaten aan de onderkant.

gasexplosieAls de ruimte waar het gasapparaat aanstaat onvoldoende zuurstof bevat, verbrandt het gas onvolledig en ontstaat koolmonoxidegas. Dat onruikbare gas is dodelijk. Zorg dus voor voldoende ventilatie.

Electrische installatie

De electrische installatie aan boord wordt gevoed door walstroom of door accu's. Aan boord van de meeste schepen zijn aparte accu's voor het starten van de motor (startaccu) en voor de rest van de electrische apparaten (verbruiksaccu of 'lichtset'). Zo weet je zeker dat de motor altijd start, ook al heb je de kajuitverlichting en de koelkast de hele dag aangelaten. Navigatieverlichting en navigatieapparatuur wordt meestal wel op de startaccu's aangesloten. Dat gebeurt uit veiligheidsoverwegingen, je wilt immers altijd kunnen blijven navigeren en 's nachts zichtbaar zijn. De accu's worden opgeladen als je de motor gebruikt, m.b.v. de dynamo, of door een acculader die is aangesloten op de walstroom, of door een mobiele acculader, of door een combinatie van deze methoden. De meeste schepen zijn uitgerust met meters die het voltage van de accu's aangeven. Controleer altijd voor de vaart of de accu's goed geladen zijn. Een verklikkerlampje geeft aan als de dynamo niet laadt.

serieel en parallel geschakelde accu'sOp plezierschepen wordt gebruik gemaakt van een electrisch systeem gevoed door 12 volt, 24 volt en/of 230 volt. Als je electrische apparaten aan boord hebben die alleen werken op 230 volt worden die gevoed door de walstroom of door een omvormer die 24 volt omzet in 230 volt. Maar de meeste schepen maken gebruik van een systeem met 24 volt dat gevoed wordt door accu's. Er bestaan geen accu's met 24 volt maar door twee accu's van 12 volt serieel te schakelen wordt 24 volt spanning gemaakt. Een accu heeft een bepaalde stroomsterkte die wordt uitgedrukt in Ampere uren (Ah). Hoe meer stroom je apparaten aan boord verbuiken (uitgedrukt in Watt) hoe meer stroom (Ah) je accu's moeten kunnen leveren. Door accu's parallel te schakelen kan je de hoeveelheid stroom die de accu's leveren vergroten.

Een paar voorbeelden:

  • Twee accu's van 12 volt en 100 Ah serieel geschakeld: 12+12=24 volt en 100 Ah. Je hebt het voltage verhoogt en niet de stroomsterkte. Geschikt voor schepen met 24 volt electrische apparaten.
  • Twee accu's van 12 volt en 100 Ah parallel geschakeld: 100+100= 200 Ah en 12 volt. Je hebt de stroomsterkte verhoogt waardoor je twee keer langer gebruik kan maken van apparaten geschikt voor 12 volt.

Op iets grotere schepen worden vier of zes verbruiksaccu's serieel èn parallel geschakeld voor extra stroomsterkte voor een 24 volt systeem. Omdat deze schepen zware motoren hebben is 24 volt nodig en worden twee startaccu's serieel geschakeld.

Startaccu's en verbruiksaccu's zijn van binnen heel verschillend. Logisch want de ene accu moet heel kort veel kracht aanleveren voor het starten van de motor en de andere accu moet het vooral zo lang mogelijk blijven doen. Sommige accu's zijn gevuld met gedestilleerd water en vanwege verdamping moet je dat eens in de zoveel tijd bijvullen (tot 1 cm boven de platen). Andere accu's zijn onderhoudsvrij en hebben alleen een verklikker om aan te geven of ze het nog doen.

 

tip uit de praktijk(Geen examenstof) Met deze formule kan je berekenen hoeveel ampere je nodig hebt voor je electrische installatie. Tel de Wattages van je electrische apparaten inclusief verlichting bij elkaar op. Vul in of je gebruik maakt van een 24 of 12 volt systeem en de benodigde ampere rolt uit de formule. Omgekeerd kan je ook bekijken hoeveel Watt je kan aansluiten op een bestaand systeem.

AMPERE = WATT/VOLT of AMPERE x VOLT= WATT

Elektriciteitskabels

Accu's zijn polair, wat wil zeggen dat ze een min kant en een plus kant hebben. Als je apparatuur op de accu's aansluit moet je er voor zorgen dat je de plusdraad en de mindraad aansluit op de goede plek want anders brand de smeltzekering door.

Hoe hoger het Wattage van je apparaten hoe meer stroom er door de kabels moet stromen. Het is van belang om daarvoor kabels met een voldoende dikte te gebruiken. Te dunne kabels zorgen voor veel weerstand in de kabel, waardoor de kabel warm wordt en brand kan veroorzaken. Een apparaat van 100 Watt zoals een koffiezetapparaat heeft dikkere kabels nodig dan een telefoonoplader of GPS.

Een apparaat van 100 Watt dat geschikt is voor zowel 24 als 230 volt heeft voor de 230 volt geen dikke kabel nodig maar voor de 24 volt wel! Om een motor te starten is veel stroom nodig dus zijn de startaccu's verbonden met dikke kabels.

Als je een schip koopt is het heel raadzaam om door een expert na te laten gaan of de bekabeling nog wel voldoet. Zeker als je van plan bent om nieuwe apparaten te installeren.

 

button volgende